Eredivisie

De ziel van PSV: stadiongeluk tot streepjescodeshirt

Samen met SANTOS zijn we op zoek naar de ziel van onze achttien Eredivisie-stadions. Zo gaat fotograaf Marco Magielse (bekend van onder meer deslagvelden.nl) op bezoek bij alle 18 Eredivisieclubs om de beleving in en rondom de stadions in beeld te brengen. Daarnaast vragen we een aantal bekende voetbalfans (van een beetje bekend tot heel bekend) wat hun club voor hen betekent. 

In deze aflevering legt Esquire-hoofdredacteur en officieus Stijladviseur des Vaderlands Arno Kantelberg (1968) uit, waarom hij sinds 1 november 1978 (‘PSV-Glasgow Rangers, voor de Europacup I’) kind aan huis is in het Philips Stadion. Over het ultieme stadiongeluk, zijn favoriete vergeten voetballer en meer. 

ZIE OOK: De ziel van het Philips Stadion in 32 foto's 

Onderweg-naar-het-stadion-tip

“Maak op weg naar het Philips Stadion een tussenstop bij het Centraal Station, of kom gewoon met de trein. Loop dan het station uit aan de stadskant, draai na 25 meter, ongeveer ter hoogte van het beeld van Anton Philips, om en bewonder het gebouw. Staaltje tijdloze architectuur, volgens mij uit de jaren vijftig. Het gebouw werd vroeger ‘De Transistor’ genoemd, maar die vergelijking loopt steeds vaker mank omdat niemand meer weet wat een transistor is.”

Ultiem stadiongeluk

“In de ijzige kou reden we, een jaar of dertien geleden, over besneeuwde Belgische wegen richting Zuid-Frankrijk, waar PSV tegen AS Monaco zou spelen voor de kwartfinale van de Champions League. Vlak onder Luik schoten we in een kleine slip, zo glad was het, maar naarmate we verder richting zuiden afdaalden, nam de temperatuur vrolijk toe. Met elke honderd kilometer kwam er een graadje bij, en op de eindbestemming tikte de thermometer de zestien graden aan. Zonnig genoeg voor een mooie voorjaarsdag, waar alles als vanzelf ging.”

“Monaco had een best team, met Saviola in de spits, maar Jan Vennegoor knikte PSV kiezelhard een ronde verder. Zo’n wedstrijd waarin je van begin tot eind voelt dat het snor zit. Ik vind het nog altijd de beste as uit de PSV-geschiedenis: Gomes, Alex, Cocu of Van Bommel, Vennegoor of Hesselink. Uiteindelijk werd het nog 0-2. Lekker gegeten ook.”

 

Vergeten voetballer

“In de jaren tachtig had PSV twee jeugdspelers die zowaar leken te breken met de trend van destijds dat eigen jeugd het niet redde in Eindhoven – Berry uitgezonderd. Ik weet eigenlijk helemaal niet of het vrienden waren, maar ze leken wel in één pakket te komen. De ene had lang blond haar, de ander lang zwart haar. De blonde aanvaller heette Frank Berghuis, maar werd Pico genoemd.”

“Precies, de vader van Feyenoorder Steven Berghuis, met dezelfde pedante dribbel. De andere vond ik het meest intrigerend, omdat-ie zo’n ongelooflijk doordeweekse naam had, Bert Verhagen, maar het uiterlijk van een zanger uit een Schotse new wave-band. Hij keek ook alsof het hem allemaal niet zo heel veel kon schelen. Geen idee wat er van hem geworden is.”

Lievelingsshirt

“Het probleem met shirts van je favoriete club is dat je ze nooit autonoom kunt beoordelen. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de prestaties die in dat specifieke shirt zijn geleverd. Het geheel rode shirt met in witte letters Philips op de borst, kan ik niet los zien van Hallvar Thoresen en Jurrie Koolhof, degelijke spitsen uit een tijd waarin het allemaal even wat minder ging met PSV. Hetzelfde shirt, maar dan met lange mouwen, doet me dan weer denken aan Romário. In dat shirt scoorde hij drie keer tegen Steaua Boekarest, al was het eigenlijk meer een trui – het waaide om dat kleine bovenlichaam.”


Het zogeheten streepjescodeshirt. Copyright ©: ANP Photo - Koen Suyk

“Misschien is mijn favoriete shirt daarom een shirt dat bijna niet werd gedragen. In het seizoen 1989-1990 speelde PSV heel kort in het zogenaamde streepjescodeshirt, een wit shirt met afwisselend dunne en dikke rode banen. Ik zie Juul Ellerman en Stan Valckx er nog in spelen, uit bij RKC, in een heel slechte wedstrijd. Kieft in de spits. Er kwam veel kritiek op dat shirt, waarna het bestuur van PSV al na een paar wedstrijden besloot het over een andere boeg te gooien. Jammer.”

Fascinatie voor grijs

“Glenn Hysén kwam midden jaren tachtig over van IFK Göteborg, waarmee hij toen net de UEFA Cup had gewonnen. Grote, sterke verdediger. Althans, bij Göteborg. In Eindhoven vonden ze hem geloof ik vooral heel traag, dus hij kon al snel zijn biezen pakken. Ik vond Hysén fascinerend omdat hij al grijs haar had. Wat hem misschien nog trager deed lijken, maar ik vond dat juist een bonus. Het gaf hem een air van wijsheid, wat over het algemeen toch een zeldzaam goed is op het voetbalveld. Hysén moest weer terug naar Zweden, maar ging vervolgens de sterren van de hemel voetballen bij Fiorentina in de Serie A, toen de sterkste competitie ter wereld, en bij Liverpool, waar hij grijzer was dan de slapen van Sef Vergoossen. Hysén werd in Liverpool ontzettend populair. Had ik het toch goed gezien.”

Ben jij er ook bij, tegen VVV? Bestel hier je kaartje voor PSV-VVV-Venlo. En vergeet niet om effe langs het Centraal Station te lopen!

Dit artikel delen