Op zoek naar de ziel van onze achttien Eredivisie-stadions vragen SANTOS en de Eredivisie CV 18 bekende voetbalfans (van een beetje bekend tot heel bekend) wat hun club voor hen betekent. Jean-Paul Rison (1990), bekend van het voetbalpraatprogramma FC Afkicken en nu werkzaam voor Eurosport, bezocht zo’n 150 stadions in een stuk of 10 landen, maar hij zwéért bij dat van FC Utrecht. Over ultiem stadiongeluk, de populairste Amsterdammer van Utrecht en Stadion Galgenwaard als huiskamer.
Stadionsnack
“De warreme wors is een begrip in de Galgenwaard. Niet zozeer die rookworst zelf, wel het hele fenomeen dat erbij hoort: oude mannetjes, doorgaans tegen de zeventig of ver eroverheen, in witte pakken die langskomen met zo’n emmer vol worsten. Volgens de overlevering werden die emmers vroeger voor de wedstrijd volgepist door de spelers, maar die tijden zijn, hopelijk, voorbij.”
Echte voetbalcultuur. Vastgelegd tijdens één van m’n grootste geluksmomenten: Veel gelukkiger ga je mij in een stadion niet krijgen dan met een Utrechtse warreme wors. pic.twitter.com/OtwIDQPAGG
— Jean-Paul Rison (@JeanPaulRison) 21 augustus 2018
Ultiem stadiongeluk
“De bekerfinale tegen Feyenoord in 2003, in De Kuip. Alles klopte. Jean-Paul de Jong die de 1-0 maakte, daarna twee keer Igor Gluscevic. De 4-1 van Dirk Kuijt, die zijn laatste wedstrijd voor FC Utrecht speelde en daarna naar nota bene Feyenoord vertrok.”
“Het jaar ervoor was die beruchte finale tegen Ajax, met die buitenspelgoal van Wamberto, die frustratie maakte de overwinning extra mooi. Zelfs in blessuretijd, bij een 4-1 voorsprong was ik nog bang dat het mis zou gaan. Mooi was ook de weg erheen. We hadden een bus vol met familie en bekenden. De oudste was ver in de tachtig, ikzelf was twaalf. Een dag later maakten de spelers een rondrit door de stad, onder de Dom door. Als ik daar aan denk, krijg ik nog steeds kippenvel.”
Jeugdidool
“Nee, mijn jeugdidool is niet voornaamgenoot Jean-Paul de Jong, ondanks z’n ontslag óók nog steeds een heel grote meneer in Utrecht. Wie dan wel? Michael Mols natuurlijk. Zijn afscheid in 1999 vergeet ik nooit meer: Mols in tranen, het publiek op de banken. Utrechters hebben het doorgaans niet zo op Amsterdammers, maar voor Mols werd een uitzondering gemaakt – hij werd gesméékt om te blijven.”
“Ik was destijds een jaar of acht en dan vallen vooral de goals op, later zag ik pas hoe goed hij écht was. Een heel fijn persoon ook, heel bescheiden. Achteraf is het eigenlijk belachelijk dat hij dat laatste jaar nog bij FC Utrecht heeft gespeeld, al kreeg hij met Glasgow Rangers wel de hoofdprijs hoor, dat was toen echt een topclub.”
Vergeten voetballer
“Ken je Lucian Sânmrtean nog, die Roemeen? We zagen ’m voor het eerst spelen in de herdenkingswedstrijd voor David di Tommaso tegen AS Monaco. Kwam beschadigd binnen, was lang geblesseerd geweest, maar je zag direct: dit is een heel bijzondere speler.”
“Het publiek was meteen om, we vroegen ons echt af wat zo’n jongen in hemelsnaam bij FC Utrecht kwam doen. Zoiets hadden we nog nooit gezien. Sânmrtean had alles om uit te groeien tot één van de beste spelers van de Eredivisie, maar helaas lukte het hem nooit om langer dan vijf wedstrijden achter elkaar heel te blijven. Jaren later dook-ie ineens nog op bij het EK, in 2016 in Frankrijk. Dat was ‘m van harte gegund.”
Meer dan voetbal
“Mijn oom Jan is de hoofdschuldige van mijn liefde voor FC Utrecht. Hij miste geen wedstrijd, kende er iedereen, ook de spelers, en zorgde ervoor dat ik altijd naar de wedstrijd kon. En hij regelde ook bijzondere dingen. Gingen we na de wedstrijd wat drinken in het supportershome, regelde hij dat Jean-Paul de Jong langskwam en we samen een rondje door het stadion maakten. Of hij belde me op na een avondwedstrijd, stond-ie met een speler te praten, en had ik ineens John van Loen aan de telefoon. Dat maakt als klein mannetje gewoon heel veel indruk, en dan ben je verkocht natuurlijk.”
“Nog steeds zien we elkaar in het stadion, zoals FC Utrecht sowieso een familieding is. Mijn vader slaat geen thuiswedstrijd over, mijn moeder ging ook regelmatig mee. Ze is er helaas niet meer, maar het maakt die momenten bij FC Utrecht alleen maar specialer. Tuurlijk, het is maar voetbal, maar tegelijkertijd staat het symbool voor zoveel meer dan dat. Het gaat óók over de stad waar ik vandaan kom en zo graag ben, over mijn familie. Het maakt de club alleen maar meer waard.”
Ben jij er volgende week zondag ook bij?
Zelf een warreme wors proberen? Bestel hier je kaartje voor FC Utrecht - De Graafschap.
Alle columns en fotoreportages uit de serie
Samen met SANTOS zijn we op zoek naar de ziel van onze achttien Eredivisie-stadions. Fotograaf Marco Magielse gaat op bezoek bij alle 18 Eredivisieclubs om de beleving in en rondom de stadions in beeld te brengen. Daarnaast vragen we een aantal bekende voetbalfans (van een beetje bekend tot heel bekend) wat hun club nu écht voor hen betekent. Bekijk hieronder alle bijdrages tot nu toe.
-
De ziel van Excelsior: Willem in Japan en de langste voetbalsnor
-
De ziel van Heracles Almelo: bekerstunt en international van LAP
-
De ziel van Fortuna Sittard: Nao Veure en groeten uit Harkema
-
De ziel van VVV-Venlo: skiën op de trap en volgepakte tribunes
-
De ziel van SC Heerenveen: van schaatscafé tot volksverhuizing
-
De ziel van PEC Zwolle: cafés met tapijtjes en bezorgde telefoontjes