Na een zinderende ontknoping in de slotweken van de Eredivisie heeft PSV zich voor de 26e keer in de clubgeschiedenis tot landskampioen gekroond – en voor de elfde keer deze eeuw. Geen club pakte sinds 2001 vaker de schaal dan de Eindhovenaren; Ajax volgt met negen titels in die periode. De ploeg van Peter Bosz begon het seizoen als uitgesproken favoriet en leek die status lang zonder moeite waar te maken. Maar een ongekend spannende slotfase bracht alles weer in beweging. Deze titel zal nog lang nagalmen in Eindhoven – op het veld, in de stad én in de geschiedenisboeken.





Snelle start, hoge lat
Na het recordrijke kampioensjaar van vorig seizoen lag de lat hoog. Toch begon PSV opnieuw furieus: de eerste tien wedstrijden leverden tien zeges en 35 doelpunten op – exact evenveel als een jaar eerder. Het aanvalsspel was dominant, de controle structureel. In meerdere wedstrijden lag het balbezit boven de zeventig procent – zelden vertoond sinds de volledige datamonitoring van de Eredivisie begon.
Dominantie in cijfers
Ook het scorend vermogen was opnieuw indrukwekkend. PSV had meerdere spelers met tien of meer doelpunten, en noteerde voor het tweede jaar op rij een doelpuntentotaal dat sinds de jaren tachtig niet meer was bereikt.
Van inzinking naar ommekeer
Maar niet alles ging vanzelf. Na de winterstop kende PSV een zware periode. De ruime voorsprong verdween en eind maart keek de ploeg zelfs tegen een achterstand van negen punten aan. Tussen begin februari en begin maart werd er vier wedstrijden op rij niet gewonnen. De titel leek ver weg. Toch rechtte PSV de rug, bleef in het spoor van de concurrent – en sloeg toe. Voor de tweede keer in de clubgeschiedenis werd PSV kampioen terwijl het twee speelrondes voor het einde nog tweede stond, net als in 2015/16.
Historische prestatie van Peter Bosz
Voor Peter Bosz betekent het zijn tweede titel op rij met PSV. Daarmee voegt hij zich bij een zeldzaam rijtje trainers dat in zijn eerste twee seizoenen telkens kampioen werd, naast Ronald Koeman (PSV, 2007–2008) en Frank de Boer (Ajax, 2011–2014). Met 61 jaar en 178 dagen werd Bosz bovendien de oudste trainer ooit die de Eredivisie won – een record dat hij overnam van Sef Vergoossen (2008).

Ervaring als fundament
Ook op het veld was ervaring een kracht. Luuk de Jong, inmiddels 34 jaar, pakte zijn zesde landstitel – alleen Daley Blind deed dat deze eeuw vaker. Ivan Perišić schreef geschiedenis met een hattrick tegen Fortuna Sittard als oudste PSV’er ooit. De Kroaat werd bovendien de tweede speler ooit die de Champions League-finale won én later kampioen werd in Nederland – alleen Oleguer ging hem voor.

De platte kar van stal
Namens de Eredivisie: van harte gefeliciteerd aan PSV, de staf, spelers en natuurlijk alle supporters met het behalen van deze 26e landstitel. Een prestatie van formaat, die nog lang zal voortleven in Eindhoven én daarbuiten.

Lees verder



