FC Twente naar voorronde Champions League

Dankzij deze derde plek mag Twente meedoen aan de Champions League kwalificatie. Bij de vorige drie deelnames waren de Tukkers helaas niet succesvol. In 2008 werd FC Twente met trainer Steve McClaren uitgeschakeld door grootmacht Arsenal en het jaar daarna was Sporting Portugal, niet voor het eerst, de plaaggeest voor een Nederlandse ploeg. Bij de laatste kwalificatiepoging in 2012 overleefde Twente nog een ronde door het Roemeense FC Vaslui te verslaan, maar vond het vervolgens het Waterloo tegen Benfica. Zo is het FC Twente nog altijd slechts één keer in de clubgeschiedenis gelukt om zich te plaatsen voor het hoofdtoernooi van de Champions League, dankzij het kampioenschap van 2009/10. In 2010/11 hield de ploeg zich onder trainer Michel Preud'homme knap staande in de groepsfase door thuis ongeslagen te blijven tegen Inter, Tottenham Hotspur en Werder Bremen (drie gelijke spelen). De enige zege in de Champions League werd op bezoek bij Werder Bremen geboekt. 

Bij FC Twente beleefden verschillende spelers hun definitieve doorbraak. De twee 22-jarigen Sem Steijn (17 goals & 3 assists) en Daan Rots (7 goals & 10 assists) waren allebei goed voor meer dan vijftien goals en assists, terwijl met Mathias Kjølø een andere 22-jarige zich ook liet zien, hij veroverde namelijk het vaakst balbezit van alle spelers aan Twente-kant (185 keer).  Maar FC Twente leunde daarnaast op drie uiterst productieve dertigers.

Voorin bewees bijvoorbeeld de inmiddels 35-jarige Ricky van Wolfswinkel dat hij het maken van doelpunten nog niet verleerd is. In het begin van het seizoen moest hij het nog vaak als invaller laten zien, maar na het vertrek van Manfred Ugalde nam Van Wolfswinkel geruisloos zijn basisplaats over. Hierdoor werd Ricky van Wolfswinkel de eerste speler ooit die in één eredivisieseizoen zeven goals als invaller maakte en daarnaast ook nog minstens zo vaak scoorde als basisspeler (9 keer). 

Van Wolfswinkel werd pas de dertiende speler ooit die na zijn 35e verjaardag zijn zestiende doelpunt van een eredivisieseizoen maakte, deze eeuw deden allen Dirk Kuijt, Robin van Persie en Klaas Jan Huntelaar dit ook. En vooral die zestiende was memorabel, aangezien dat de winnende tegen PEC Zwolle bleek.

Ook achterin werd FC Twente bij de hand genomen door de veteranen. Centraal daarin was de 30-jarige Robin Pröpper, die van alle FC Twente-spelers de meeste kopduels won (94) en de meeste intercepties had (32), terwijl hij van de veldspelers met meer dan een volledig duel in de benen ook nog eens verhoudingsgewijs de meeste duels won (60%). 

En tussen de palen bewees Lars Unnerstall ook dit jaar weer een zeer betrouwbare doelman te zijn. De Duitse keeper ontbrak in slechts twee duels en liet in de overige 32 zien waarom hij zo geliefd is in Enschede. Op basis van Opta’s Expected Goal op doel-model had FC Twente in de duels met Unnerstall dit Eredivisieseizoen meer dan 41 doelpunten tegen moeten krijgen, maar de schoten op doel tegen Twente zorgden voor slechts 33 tegendoelpunten (en 2 eigen goals). Geen doelman voorkwam dit seizoen zoveel doelpunten als Unnerstall (8,3).